Keer het tij!
Blog van Rob Gilsing, lector Jeugdhulp in Transformatie, 13 februari 2024.
Hervormingsagenda: hoge ambities...!
Het is alweer ruim een half jaar geleden dat Hervormingsagenda Jeugd eindelijk het levenslicht zag. Na heel veel en heel lang praten, zetten de betrokken partijen er in juni 2023 echt een handtekening onder. Met stevige implicaties voor gemeenten, aanbieders van jeugdhulp, professionals in de jeugdhulp én voor de rijksoverheid. Maar ook voor domeinen en sectoren die buiten de jeugdhulp liggen - denk aan het onderwijs.
De ambities zijn hoog. Realisatie van de ambities heeft, zo zegt de Hervormingsagenda in ronkend ambtelijke taal, een besparingspotentieel van uiteindelijk € 1 mld. in 2027, met tot dat jaar een ingroeipad: de besparingen worden in de jaren tot 2027 lager ingeschat. Hoe dan ook, gemeenten moeten het de komende jaren met minder geld zien te redden.
Of een herhaling van zetten?
Maar … hoe vernieuwend is de Hervormingsagenda nu eigenlijk? Zagen we veel van de ambities al niet als transformatiedoel in de Jeugdwet van 2015? Het beperken van de reikwijdte van de jeugdhulp kan 1-op-1 gekoppeld worden aan het transformatiedoel om in te zetten op eigen kracht van jeugdigen en gezinnen en het normaliseren, ontzorgen en demedicaliseren van opvoed- en opgroeivragen. Waardoor jeugdhulp ingezet wordt bij alleen de echt kwetsbare jeugdigen en gezinnen.
De ambitie om meer in te zetten op preventie stond precies zo in de Jeugdwet. Evenals het versterken van de pedagogische basis. Normaliseren? Een van de transformatiedoelen van de Jeugdwet. Integrale samenwerking rond gezinnen: evenzo. Zo thuis mogelijk? Past naadloos in de transformatiedoelen van de Jeugdwet. Een sterke eerste lijn: we konden het zelfs in de ondertitel al lezen in het voor de Jeugdwet zo sterk doorklinkende RMO-advies uit 2012 over ontzorgen, demedicaliseren en normaliseren.
De Hervormingsagenda adresseert nadrukkelijk ook andere domeinen en sectoren dan de jeugdhulp. Zoals in de Jeugdwet ook werd betoogd dat andere domeinen belangrijk zijn in het opvoeden en opgroeien van jeugdigen. Maar opnieuw zien we vooral een ‘feestje’ van de jeugdhulp. Het is verbijsterend dat (bijvoorbeeld) een cruciale sector als de onderwijssector op generlei wijze betrokken is bij de totstandkoming van de Hervormingsagenda – noch OCW, noch de onderwijskoepels, noch lerarenorganisaties.
Jeugdwet leidde niet tot transformatie
We weten hoe het met die transformatiedoelen is gegaan. Voorzichtig uitgedrukt: niet zo goed. Om er maar een paar zaken uit te pikken. Integrale samenwerking met en rond gezinnen: het blijft een taai vraagstuk. In de uitvoering van de jeugdhulp is er onvoldoende aandacht voor. Organisaties plaatsen nog te vaak het eigen perspectief en de eigen belangen voorop. Jeugdhulp wordt onvoldoende verbonden aan aanpalende domeinen en sectoren. Preventie en het versterken van de pedagogische basis hebben te weinig aandacht gekregen van gemeenten, ook door de stijgende kosten en de oplopende budgetkortingen.
Veel gemeenten zetten normaliseren nu op de agenda, vaak om te besparen op de jeugdhulpkosten. Was het maar zo simpel! Normaliseren, en trouwens ook het inperken van de reikwijdte van de jeugdhulpplicht, veronderstellen een sterke pedagogische basis. Waarin gemeenten informele ondersteuning stimuleren en faciliteren. Zodat informele ondersteuning bij opvoed- en opgroeivragen en -zorgen veel vanzelfsprekender wordt.
Een sterke basis is cruciaal
De herhaling van zetten stemt me niet optimistisch. Ik vrees dat we, om met Sharon Stellaard te spreken, toch weer een boemerang gegooid hebben. En die komt net zo hard terug! De centrale gedachte in de Jeugdwet was dat, door te investeren in de onderkant van de piramide, we die piramide zouden kunnen afvlakken: een bredere (pedagogische) basis, meer collectieve en vrij toegankelijke jeugdhulp en daardoor minder gebruik van dure (hoog)specialistische jeugdhulp. Maar dat vraagt dan wel daadwerkelijke investeringen in die basis. Waarbij een sterke pedagogische basis voor onze jeugd ook nog eens een grote intrinsieke waarde heeft.
Gemeenten aan zet: het tij moet keren!
Investeren in de basis: dat vraagt wat van gemeenten. Zo laat ook de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving zien in het rapport Kinderen uit de knel. Zeker, gemeenten hebben het financieel moeilijk. Ze worden geconfronteerd met de in de Hervormingsagenda opgelegde bezuiniging (besparingspotentieel, met ingroeipad). Wat zou het voor gemeenten een stimulans kunnen zijn als zij de kostenbesparing die zij met hun investeringen in de basis realiseren op zijn minst deels mogen behouden. Het zou natuurlijk erg helpen als politiek Den Haag dit inziet, en daadwerkelijk de ruimte geeft voor investeringen in de pedagogische basis en preventie. Er is weinig dat erop wijst dat politiek Den Haag tot dit inzicht komt.
Niettemin: gemeenten moeten het tij nu echt keren! Zij moeten het lef hebben om de komende jaren stevig te investeren in de basis, vanuit een stevige visie op integraal jeugdbeleid. De gelden van GALA en IZA kunnen benut worden voor langjarige investeringen in de pedagogische (en sociale) basis. Er is voldoende informatie voorhanden die hen daarbij kan ondersteunen.
Zo is het faciliteren van ontmoeting belangrijk. Het inzetten op laagdrempelige inloopplekken voor jeugdigen en ouders. Of het inzetten op groepsgerichte vormen van preventie. Investeren gemeenten niet, dan voeren we over een aantal jaren opnieuw hetzelfde gesprek. Ja, het vraagt lef en het zal pijn doen. Het is de vraag of gemeenten daadwerkelijk hun nek uitsteken en kiezen voor dat waar het bij de Jeugdwet al om ging. Wie durft?
[1] Gezond en Actief Leven Akkoord, zie Meer aandacht, meer geld en slimme samenwerking voor gezondheid en preventie | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl
[1] Integraal Zorg Akkoord, zie Beoordelingskader impactvolle transformaties klaar voor gebruik | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl
Reacties: