Ouders helpen om hun verantwoordelijkheid te nemen
Ouders helpen om hun verantwoordelijkheid te nemen. Blog van Kavita Parbhudayal, wethouder Zorg, Jeugd en Volksgezondheid in Den Haag, 8-7-2021
Moeten wij kinderen die moeite hebben met het strikken van hun schoenveters meteen met het aanvullend vervoer van AV070 – onze waterstofauto’s met geüniformeerde chauffeurs – naar de manege rijden om daar therapeutisch paarden te laten aaien? Het is een karikaturale vraag, ik weet het. En ik wil best geloven dat dieren mensen kunnen helpen te ontstressen. Maar zijn wij met de jeugdhulp niet te ver doorgeslagen? Moeten wij als gemeenten niet gewoon een keer hardop durven zeggen: ho, stop, tot hier en niet verder?
Het kabinet stelt voor 2022 de lieve som van 1,314 miljard euro extra beschikbaar aan gemeenten ter compensatie van de tekorten in de jeugdhulp. Dat komt bovenop de eerder toegezegde 300 miljoen euro. Het is goed dat het demissionaire kabinet conform de uitspraak van de Commissie van Wijzen onze tekorten compenseert. Dat is hard nodig.
Tegelijk schept het verplichtingen voor ons als gemeenten.
Ons aller stip op de horizon is een jeugdstelsel dat gezinnen helpt en op de lange termijn beter houdbaar is. Gemeenten en Rijk zijn het eens dat daarvoor scherpere keuzes en een meer doelmatige uitvoering nodig zijn. De uitgaven aan de jeugdhulp moeten beheersbaar zijn, er moet effectieve zorg beschikbaar zijn voor kinderen en gezinnen die dat echt nodig hebben.
Inmiddels – 6 jaar na de decentralisatie – weten we allemaal hoe mooi de theorie is en hoe weerbarstig de praktijk. Sinds 2018 ben ik wethouder voor Den Haag, en niet eerder heb ik met zo’n complex dossier als de jeugdhulp te maken gekregen. Daarbij heb ik mij vooral in het begin verbaasd over sommige cijfers. In het essay ‘Het groeiend jeugdzorggebruik. Duiding en aanpak’ van het Nederlands Jeugd Instituut wordt een onmiskenbare trend geschetst: kreeg 20 jaar geleden ongeveer 1 op de 27 kinderen en jongeren jeugdhulp, nu is dat 1 op de 8. Tegelijk laat het meest recente UNICEF-onderzoek ‘Report Card 16’ naar de mentale en fysieke gezondheid van kinderen tussen de 0 en 18 jaar zien, dat Nederlandse kinderen het best scoren en het meest tevreden zijn met hun leven.
Wat gaat er dan zo gruwelijk mis dat het zorggebruik zo groot is?
Naast weeffouten in het systeem (bijvoorbeeld: moet dyslexie eigenlijk wel onder de jeugdhulp vallen en daarmee een verantwoordelijkheid van de gemeente zijn?) neemt het Nederlands Jeugd Instituut een aantal ontwikkelingen in het opgroeien en opvoeden van kinderen waar: psychosociale problematiek lijkt niet toe te nemen, wel het aantal echtscheidingen, prestatiedruk en problematisch gebruik van sociale media.
Ook is er volgens het NJI een hoge ‘geluksnorm’: gewone obstakels worden benaderd als een probleem. Daardoor ontstaat de indruk dat het opvoeden van kinderen een hels en onbarmhartig karwei is geworden waarvoor ouders maar beter meteen professionele hulp kunnen inschakelen.
We moeten niet elke kwetsbaarheid of moeilijkheid problematiseren of voorzien van een label. Uitgangspunt is dat ouders en jeugdigen veel zelf kunnen en samen met mensen in hun omgeving oplossingen kunnen vinden voor alledaagse problemen.
Maar wat ik misschien wel de belangrijkste vaststelling van het Nederlands Jeugd Instituut vind, is de beperkte stand van de ontwikkeling van preventie. Dat is een primaire taak van gemeenten en trekken wij ons in Den Haag (en breder: in Haaglanden) dan ook aan.
Ouders zijn primair verantwoordelijk voor het bevorderen van een gezonde ontwikkeling van hun kinderen, ook van hun talenten en veerkracht. Ouders doen daarbij waar mogelijk een beroep op de eigen kracht en sociale netwerken.
Soms hebben ouders echter hulp nodig. In de Regiovisie Jeugdhulp Haaglanden 2021-2025 – die naar verwachting dit najaar aan de gemeenteraden van de 10 samenwerkende gemeenten in Haaglanden wordt aangeboden – zal de ondersteuning van kwetsbare gezinnen vroeg in de fase van opvoeding én dichtbij huis een belangrijk element zijn. Preventie staat daarbij voorop. Dan gaat het vooral om het versterken van de veerkracht van alle jeugdigen en hun ouders door voorzieningen die voor alle inwoners beschikbaar zijn. Dat betekent dat we de verantwoordelijkheid voor het opvoeden niet van de ouders overnemen; integendeel: we helpen ouders hun verantwoordelijkheid te nemen.
Het Nederlands Jeugd Instituut trekt bij preventie een parallel met IJsland en schetst een voorbeeld dat mij persoonlijk ontzettend aanspreekt.
Van alle IJslandse 15- en 16-jarigen was in 1998 bijna de helft (42%) recent (in de afgelopen 30 dagen) dronken geweest. In 2017 was dit nog maar 5 procent. Voor tabak en drugs realiseerden de IJslanders een vergelijkbare daling. De aanpak richt zich op de risico- en beschermende factoren in de omgeving, zoals emotionele steun van ouders en vrienden en deelname aan sportactiviteiten. Lokaal wordt besproken wat de grootste problemen zijn en waar kansen liggen om deze aan te pakken. Voor de participatie in sport en andere activiteiten krijgen kinderen en jongeren een vrijetijdspas. Ouders zetten op school hun handtekening onder een 'Ouderverdrag', waarin ze beloven bijvoorbeeld tijd door te brengen met hun kinderen, interesse te tonen in het leven van hun kinderen en moeite te doen om de vrienden van hun kinderen te leren kennen.
Tegelijkertijd zette de IJslandse overheid landelijke maatregelen in: de leeftijd waarop jongeren tabak kunnen kopen, is verhoogd van 16 naar 18 jaar, en voor alcohol van 18 naar 20 jaar. Daarnaast was er een landelijke campagne tegen roken.
Kortom: problemen integraal aanpakken door samenwerking op alle fronten tegelijk met één gemeenschappelijk doel voor ogen.
Het vervolmaken van een goed jeugdstelsel dat op de lange termijn beter houdbaar is, is een zaak van toewijding en doorzettingsvermogen. Of om het populair te zeggen: van bloed, zweet en tranen. Om voortgang te boeken, is het essentieel om de kluwen van problemen en belangen consequent te blijven ontwarren en niet te denken vanuit het systeem, maar vanuit het kind en het gezin.
Uiteindelijk zal dat slagen.
Kavita Parbhudayal (VVD) is wethouder Zorg, Jeugd en Volksgezondheid in Den Haag en voorzitter van het Bestuurlijk Overleg Jeugd van de samenwerkende gemeenten in de regio Haaglanden (H10)
Foto: Martijn Beekman