Pro Grotius: Samenwerking praktijkonderwijs en (preventieve) jeugdhulp

Pro Grotius: Samenwerking praktijkonderwijs en (preventieve) jeugdhulp

Mentoren en ondersteuningsprofessionals binnen het Pro Grotius College ervaren een grote zorglast. De vraag die zij hebben is: hoe kan de samenwerking tussen het praktijkonderwijs en het (preventieve) jeugdhulp domein verbeterd worden om de ondersteuning van leerlingen thuis en in en om de school te verbeteren?

Achtergrond

Samenwerking tussen ouders, onderwijs en jeugdhulp- en jeugdwelzijnsprofessionals is belangrijk om de ontwikkeling van leerlingen op het praktijkonderwijs te ondersteunen. In dit project leren we samen met professionals uit het onderwijs, de (preventieve) jeugdhulp en beleidsmakers wat er nodig is om dat te realiseren.

Doel

De samenwerking tussen ouders, onderwijs en jeugdhulp te verbeteren door aan te sluiten op de hulpvragen en -behoeften van praktijkonderwijs leerlingen thuis en in en om school.

Methoden

De onderzoeksmethode is uitgebreid. Aansluitend op casusbesprekingen in leernetwerken voor het project, is onderzoek naar casuïstiek uitgevoerd binnen de bestaande structuren op de school, zoals het Begeleidingsteam (BT) en grote multidisciplinaire overleggen, waarin ook ouders aanschuiven. In die overleggen onderzoeken professionals vanuit onderwijs en jeugdhulp in afstemming met ouders en leerlingen oplossingsrichtingen aansluitend op hun vragen en behoeften, in het preventieve- en/of het geïndiceerde jeugdhulp domein. Daarbij kan direct geschakeld met aanwezige professionals vanuit de school en de jeugdhulp, waaronder in elk geval met ouders en leerlingen, Pro Grotius, de JGZ, Delft voor elkaar, leerplicht, Delft Support, Gezonde School en politie. In die overleggen zijn gezamenlijk plannen gemaakt door professionals en/of ouders en leerlingen. De bedoeling is dat één van de betrokken professionals regie voert en samen met leerlingen en ouders aan de slag met de uitvoering van het plan, vanuit de veilige context van de school. Leernetwerken met professionals en managers en beleidsmedewerkers zijn georganiseerd om knelpunten te bespreken en op termijn duurzame afspraken te maken over de samenwerking, op basis van praktijkervaringen. 

Samenwerkingspartners

Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Jeugdvisie, het Pro Grotius, de JGZ, Delft voor elkaar, leerplicht, Delft Support, Gezonde School en politie.

Opbrengsten

Samenwerking tussen leerlingen, ouders en professionals van de school, jeugdhulp en -welzijnswerk stuit ‘op wetten en praktische bezwaren’ in en om de school.  Om de samenwerking binnen de school te ondersteunen is, op basis van de opbrengsten vanuit het project een meerjarig traject ingezet voor ondersteuning van planmatig werken in de school.

De opbrengsten van het project laten zien dat het verbinden van de leefwerelden van ouders en leerlingen en de systeemwerelden in onderwijs en jeugdhulp is moeilijk te realiseren. Leerlingen van de school maken nauwelijks gebruik van het lokale preventieve aanbod voor thuis en de vrije tijd. Het bestaande aanbod sluit onvoldoende aan op hun behoeften en mogelijkheden. Daarnaast is een substantiële groep leerlingen in kaart gebracht die gebruik maakt van individuele jeugdhulp- en/of onderwijsarrangementen. Daarin is er weinig aandacht voor (storend) gedrag op school dat de onderwijsontwikkeling van leerlingen belemmert. Een verkenning van mogelijkheden voor collectieve jeugdhulparrangementen laat zien dat voorwaarden om dat te realiseren (nog) ontbreken. Om de leef- en systeemwereld te verbinden is de stap gezet om jongerenwerkers vanuit Delft voor Elkaar en professionals van Delft Support structureel en substantieel aanwezig op de school en benaderbaar voor leerlingen, ouders en school medewerkers. De bedoeling is dat ook leerplicht en JGZ deze stap zullen zetten.

Daarnaast is een Monitorinstrument Basisondersteuning ontwikkeld en ingevuld. Met dat instrument kunnen scholen, met ondersteuning van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Delflanden (SWV) de Basisondersteuning, inclusief ontwikkelpunten op de zes standaarden van het SWV in kaart brengen. Het instrument is getest op meerder scholen en bijgesteld op basis van ervaringen van de scholen en de medewerkers van het SWV. Alle scholen voor voortgezet onderwijs van het SWV gebruiken het monitoringsinstrument, om plannen te maken voor de kwaliteitsborging van de basisondersteuning.

Voor de beschrijving van de opbrengsten van het project en het Monitoringsinstrument zie Rapportage.

Looptijd

2021 – 2024.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marion van de Sande: m.c.e.vandesande@hhs.nl en Mirjam Heemskerk-van der Sprong; M.C.J.vanderSprong@hhs.nl